
Alsof we er geen seconde aan mochten twijfelen waar de roots van het uit Auburn, Alabama stammende sextet, The Vegabonds lagen, hebben ze de werkelijkheid nog eens extra in de verf gezet door de titel van hun tweede album “Southern Sons” te noemen. De origineel klinkende bluesy, Southern Rock tonen van hun debuutplaat “Dear Revolution”, klinken ons nog fris in de oren en ze mochten zich, ondanks dat de band slechts in 2009 uit de grond werd gestampt in een versmelting van twee bands, zonder schroom naast een top band als The Black Crowes plaatsen. Met hun tweede album “Southern Sons” verleggen ze hun grenzen, verbreden ze hun muzikale horizonten en laten ze een nieuwe frisse wind door de Southern Rock waaien.
Het zestal met op kop zanger Daniel Allen, gitaristen Alex Cannon en Richard Forehand, bassist Paul Bruens, toetsenist Jamie Hallen en drummer Bryan Harris, toveren met de Southern Rock zoals een inventieve Dave Matthews dat doet met rock, blues en jazz. Op “Southern Sons” druipt de live energie gewoon uit de luidsprekers en tonen ze zich de groep die klaar is om iedereen omver te blazen in nokvol gevulde stadions. De klassiekere Southern Rock tonen zitten nog steeds in hun genen, duidelijk te horen in het stompend rockende “Resolution”, maar zelfs hier horen we een schitterende mix van zwaar rockende gitaren, jazzy, funky akkoorden en gedreven orgel en piano. “There Is A New Day And It’s Here For Change“ zingt Daniel Allen vastberaden. Dit horen we al vanaf de eerste noot in het uiterst aanstekelijke “Carnival Man”, dat start op lekker dartele pianotonen en in twee octaven, klassiek seventies solerende gitaren, om dan met een voorzet van een poppy koortje zich te ontpoppen tot een geweldig gevarieerde rocksong in Dave Matthews Band stijl. In de zomers rockende single “Georgia Fire” mag je terecht met de Zuiderse vlaggen zwaaien en uitbundig het refrein meezingen als back-up voor de schitterende vocalen van Alex Cannon, wiens stemtimbre neigt naar Caleb Followill van Kings Of Leon. In het plechtige “American Eyes” zet hij op military drums zijn liefdesverklaring kracht bij, bijgestaan door hartelijke pedal steeltonen, warme Hammondorgel klanken en een twinkelend verliefde piano. Knap klinkt het melodieus met een vleugje Eagles countryrock bestoven “Alongside Mr. Hyde”, gekruid met een krachtig met roestige slidegitaar en koorzang ondersteund refrein. Elke song krijgt onderweg wel een andere wending of ritmewisseling mee, maar dit maakt het nu net zo spannend en interessant. Zo start “City With A Passion”geheimzinnig op weids klinkende pedal steel en roffelende bas, om met dravende drums en beklijvende zang weg te spurten naar een passioneel einde dat ontploft in de aanmoedigende gezongen meezingboodschap: “Hope Is Not Far Away”. Het schitterende “Rooftop Surfin” laat samen met flinke Southern rock accenten en een snijdend bluesy solo, bij de start een warme Afro gloed over je stralen, terwijl het psychedelisch rockende begin van “The Heist (Get Yourself In Line)” je op het verkeerde been zet door country rockend weg te galopperen naar een denderende Southern Rock finale. Inventiviteit en originaliteit in compositie spreiden The Vegabonds in overvloed tentoon en wanneer het album amoureus afsluit met de aangrijpende, trage rockballade “Joy We’ve Found”, rest er ons maar één conclusie: inderdaad, we hebben in “Southern Sons” ons plezier gevonden. Als dit de Southern Rock van de nieuwe generatie voorstelt, dan springen we zonder enige twijfel onmiddellijk mee op de Vegabonds trein: een zeer verslavende plaat.